Tips & tricks: de actieve tillift
Bij het verplaatsen van een cliënt staat veiligheid voorop. Vaak wil iemand nog zoveel mogelijk zelf blijven doen. Het is een afweging tussen zelfstandigheid en valgevaar voor de cliënt en de mate van belasting voor de zorgprofessional. Wanneer maak je gebruik van een sta-loopbeugel en wanneer zet je een actieve of passieve tillift in? We zetten het voor je op een rij:
Sta-loopbeugel
Iemand kan nog zelf gaan staan, maar niet meer zelfstandig of veilig verplaatsen met bijvoorbeeld een rollator. De cliënt heeft nog voldoende rompbalans en beenkracht. Start dan met een sta-loopbeugel als transferhulpmiddel. Bij het gebruik van de sta-loopbeugel is het niet de bedoeling dat je de client alsnog moet helpen bij het staan.

Actieve tillift
Het lukt de cliënt niet meer om helemaal zelfstandig op te staan, maar iemand kan wel zelf blijven staan. Dan raden we aan om de actieve tillift in te zetten. Belangrijk bij de actieve tillift zijn deze drie punten. De cliënt moet minimaal:
- In staat zijn om aanwijzingen op te volgen en te snappen wat er gebeurt
- Voldoende rompbalans hebben. Kan iemand nog zelfstandig op de bedrand zitten zonder valgevaar?
- Sta-functie met minimaal één been hebben

Passieve tillift
Als de bovengenoemde drie punten voor het gebruik van een actieve tillift niet meer haalbaar zijn, stappen we over naar de passieve tillift. Het is belangrijk dat de transfer veilig blijft verlopen. Om ongelukken te voorkomen, moeten de drie bovengenoemde criteria regelmatig worden gecontroleerd. Zo ben je er zeker van dat het juiste transferhulpmiddel wordt gebruikt.
